Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is gebaseerd op theorieën die in de praktijk experimenteel onderzocht zijn en hebben bewezen te werken. De grondleggers voor CGT zijn Ellis met zijn Rationele Emotieve Therapie (RET), en Beck.
Menselijk gedrag vloeit voort uit situaties en uit onze gedachten over die situaties. Die gedachten vinden hun oorsprong in zogenoemde schema’s. Schema's zijn fundamentele opvattingen die we onszelf hebben aangeleerd. Vaak is dat heel handig, maar soms juist niet. Een voorbeeld van een niet-functioneel schema is: “ik ben minderwaardig”.
Schema’s maken het veel eenvoudiger om met het leven om te gaan: we hoeven ons niet bij elke situatie af te vragen wat we ervan vinden en hoe we erop zullen reageren. Schema's sturen ons gedrag en onze emoties. We volgen dan eenvoudig en onbewust een vast patroon van informatieverwerking: "zo is het en dat staat me te doen".
Soms blijkt een schema ons in de weg te zitten doordat het sterke emoties veroorzaakt en doordat het ons een gedragswijze oplegt die ons functioneren belemmert. Het kan een schema zijn dat ooit functioneel was maar nu niet meer. Of het schema was er altijd maar we hadden er geen last van. In het eerdergenoemde voorbeeld van minderwaardig zijn, kan dit schema ons ingeven: “ik ga mijn mening niet geven, die is niks waard”.
In dit stadium wordt het zinvol om te reflecteren op het schema dat gebruikt wordt en ons af te vragen of we de informatie eigenlijk wel op de juiste wijze interpreteren? Wanneer ook alternatieve interpretaties mogelijk zijn, dan hoort bij die andere interpretatie ook ander gedrag.
CGT begint met het zoeken naar disfunctionele schema’s en vandaaruit worden gedachten getoetst aan de realiteit.